Percepties kunnen sterk verschillen en om te voorkomen dat meningsverschillen uit de hand lopen wordt nog wel eens gevraagd respect te hebben voor het feit dat ieder zijn of haar eigen waarheid heeft. Toch kan respect voor ieders waarheid een belangrijk obstakel zijn voor een echt constructief gesprek.
Ooit had ik een gesprek waarin mijn gesprekspartner zich een gebeurtenis volledig anders herinnerde dan ik. Een opsomming van feitelijkheden hielp mij niet. Dat is hoe jij het hebt beleeft, ik heb een heel andere kijk, kreeg ik terug. Daarmee moest het afgedaan zijn. We hebben immers allemaal onze eigen realiteit. Het is een punt dat ik regelmatig heb horen maken door coaches en trainers. Een coach illustreerde dit punt aan de hand van een oude boeddhistische parabel.
De parabel van de olifant en de blinde mannen
In de parabel komen een groep blinde mannen voor het eerst een olifant tegen. Een voelt een been en zegt dat het een boom is. Een ander voelt de slurf en zegt dat het een slang is. Een derde voelt de romp en zegt dat het een muur is. Uiteindelijk loopt de discussie zo hoog op dat de mannen op de vuist gaan.
Wat vaak wordt vergeten bij het inzetten van deze prachtige parabel, is dat de olifant echt was. Waren de mannen serieus op zoek geweest naar de waarheid, dan hadden ze ervaringen uitgewisseld en een meer compleet plaatje gevormd. Uiteindelijk waren ze dan tot de conclusie gekomen dat het een enorm beest is met een lange slurf en dikke poten. In plaats daarvan maakten ze ruzie.
Het probleem van ego
Wat was eigenlijk het probleem in de parabel? Was het dat ze allemaal hun eigen beleving hadden, of was het dat ze bleven vasthouden aan hun eigen interpretatie? Ik denk dat de pointe van de parabel niet is dat iedereen een eigen realiteit heeft, maar dat mensen niet naar elkaar luisteren omdat ze teveel hechten aan hun eigen gelijk. Het gaat er voor de mannen niet om er achter te komen wat het ding is, maar de ander er van te overtuigen dat het een slang of een boom is. Het eigenlijke probleem hier is ego.
Het feit dat mensen hun eigen realiteit creëren, wil niet zeggen dat het onmogelijk is dichter bij een objectieve waarheid te komen. Het belangrijkste obstakel hier is ego. Respect voor ieders waarheid is daarom niet een teken van diepe wijsheid, maar is vaak een capitulatie aan het ego. Het is alsof we tegen de groep blinde mannen zeggen: respecteer elkaars ideeën en houdt er over op. Dat klinkt heel volwassen, maar het is precies wat onzin in stand houdt (zoals de onzin dat het een slang of een boom is).
Functionele illusies
De realiteit is dat mensen hun eigen realiteit creëren. Dit gebeurd al op niveau zintuigen. Iets als rood bestaat bijvoorbeeld niet, het is een categorisatie van lichtfrequenties gecreëerd door ons visueel systeem. Er is niets objectiefs in de wereld dat rode dingen rood maakt. Onze beleving van de realiteit is een functionele illusie gecreëerd door ons brein en onze zintuigen. Die illusie werkt echter prima: als ik naar een groepje wijs en zeg ‘die knul met dat rode shirt’, dan weet iedereen precies wie ik bedoel. Er is een functionele link tussen mijn waarneming en de objectieve realiteit. Dit is echter vaak niet het geval met onze sociale realiteit.
Zoals ons brein een intern plaatje van de fysieke wereld creëert, zo creëert het ook een intern plaatje van onze sociale wereld. Hier heeft de link tussen subjectieve ervaring en objectieve realiteit echter een heel ander karakter. Wat gebeurd tussen mensen, wie wat tegen wie zei en hoe dat bedoeld was, is achteraf vaak moeilijk te checken. Iedereen kan er zijn eigen verhaal van maken en dat is ook precies wat er gebeurd. Het kan mij goed uitkomen, om dat wat er gezegd en bedoeld is, volledig anders te herinneren. Als ik dan nog iets zeg over dat iedereen een eigen realiteit heeft, kom ik er misschien nog mee weg ook.
De parabel van de blinde mannen en de olifant gaat bij de interpretatie van de sociale wereld niet op. De eigen realiteit is niet meer de oprechte interpretatie van iets dat je niet begrijpt (een slurf wordt een slang). De link tussen objectieve realiteit en eigen beleving is hier niet een functionele, zoals bij de rode jas, maar een strategische. Welk verhaal dient jou het beste? Dat is jouw waarheid! Dit wil echter niet zeggen dat er geen objectieve realiteit is (wat er feitelijk gezegd is en hoe het feitelijk bedoeld was). Mensen vormen verhalen die hen dienen en daar houden ze aan vast (zie ook gemotiveerd redeneren).
Vergeet de olifant niet
Miljoenen jaren evolutie hebben ons brein zo geprogrammeerd, dat er geen bewust denkproces voor nodig is om de interpretatie van de realiteit naar het eigen belang om te buigen. Je herinnert je het zoals het voor jou uitkomt. Niet iedereen doet dit in dezelfde mate uiteraard, sommige mensen bewegen zich verder van de objectieve realiteit dan andere. Zij die zich het verst van de realiteit bewegen, beroepen zich meestal het hardst op het idee dat er geen objectieve realiteit bestaat (met als extra voordeel dat ze daarmee als wijs overkomen). Voorrang geven aan beleving boven realiteit klinkt diep, maar is vaak een cynische zet in een strategisch spel.
Er zijn altijd meerdere kanten aan een verhaal, maar er is uiteindelijk maar 1 objectieve realiteit. Olifanten blijven olifanten. Dit erkennen en over je eigen ego heen kunnen stappen, vormt de basis voor een vruchtbare dialoog. Merk je dat mensen hier niet in geïnteresseerd zijn, dan biedt onze moderne tijd meer mogelijkheden dan ooit om de objectieve realiteit vast te leggen met camera’s en microfoons.
Richtlijnen voor conversatie
Om conversaties te laten werken, is het belangrijk dat de participanten het eens zijn over een aantal spelregels. Ik zou er hier vier willen voorstellen:
1. De acceptatie dat er zoiets bestaat als een objectieve waarheid en dat beleving geen argument is.
2. De acceptatie dat onze visie op de realiteit beperkt is en vaak vervormd door onze eigen belangen en overtuigingen.
3. De bereidheid om naar anderen te luisteren en daarbij uit te gaan van de meest gunstige interpretatie van hun intentie en positie.
4. De bereidheid om de eigen positie te wijzigen op basis van objectieve feiten en steekhoudende argumenten.