Intrinsieke motivatie wordt vaak omschreven als iets dat vanuit jezelf moet komen en dat je niet van buitenaf kunt beïnvloeden. Niets is echter minder waar. In dit artikel beschrijf ik hoe intrinsieke motivatie werkt en hoe we het kunnen beïnvloeden.
Een belangrijk onderscheid in motivatie is dat tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Vaak wordt dit als volgt uitgelegd: intrinsieke motivatie gaat over wat jij echt wil (komt van binnen), extrinsiek over straf of beloning (komt van buiten). Ik heb dit altijd een wat vreemde uitleg gevonden. Als je rent voor een beloning, vind je die beloning schijnbaar ook echt belangrijk (van binnen). Een betere manier om het verschil uit te leggen is aan de hand van waar de beloning ligt. Ligt de beloning in wat je doet (er binnen) of in wat het oplevert (er buiten). In werk: doe je het werk omdat het werk zelf bevredigend is, of voor de beloning die het oplevert.
De wortels van intrinsieke motivatie
Wat maakt dat het werk zelf bevredigend wordt? Laat ik dit illustreren aan de hand van Candy Crush. Hele volksstammen zijn aan dit spel verslaafd. Dit is echter niet omdat Candy Crush iets is dat ze diep van binnen altijd al hebben willen doen. Er is iets is aan dit soort spelletjes dat het leuk maakt ze te spelen. Met andere woorden: de beloning ligt in het spelen zelf. Bij werk kan dit heel anders liggen, zeker als puber met een krantenwijk. ’s Ochtens om zes uur door de regen fietsen is meestal niet de beloning. Zou je de puber het geld zo geven, dan kwam hij niet meer zijn bed uit. Hij is extrinsiek gemotiveerd: het gaat om wat het oplevert, niet om het werk zelf.
Geld werkt goed als beloning omdat het ons in staat stelt bepaalde behoeften te bevredigen, zoals bestaanszekerheid (eten en een dak boven je hoofd). Geld helpt ons ook invulling te geven aan onze statusbehoefte, bijvoorbeeld door een dikke auto of dure schoenen te kopen. De hoogte van je salaris of bonus is in zichzelf vaak een statussymbool. Ook intrinsieke motivatie ontstaat door de bevrediging van behoeften, maar dit gebeurd in de activiteit zelf.
Meesterschap
Verslavende computerspelletjes als Candy Crush hebben een aantal typische kenmerken die (zij het op een oppervlakkig niveau), invulling geven aan de behoefte van meesterschap. Je kunt snel vaardigheid ontwikkelen en vervolgens het steeds moeilijker maken. In werk kunnen veel van deze ontwerpprincipes 1 op 1 worden overgenomen, wat tot aantoonbare verbeteringen in prestatie en werkplezier leidt. Voorbeelden van deze ontwerpprincipes zijn: de aanwezigheid van heldere doelen, passende uitdagingen, heldere en tijdige feedback en voldoende stuurruimte. Waar deze ontwerpprincipes goed zijn geïmplementeerd kan werk net zo verslavend worden als Candy Crush. In eigen onderzoek zie ik echter dat dit soort ontwerpprincipes zelden echt goed zijn geïmplementeerd, waardoor werk echt werk wordt.
Sociale connectie
Een andere belangrijke behoefte die ten grondslag ligt aan intrinsieke motivatie is sociale connectie. Wij zijn sociale dieren voor wie het belangrijk is deel uit te maken van een groep. Wanneer een activiteit invulling geeft aan deze behoefte, versterkt dit intrinsieke motivatie. Veel spelletjes doe je bijvoorbeeld samen, wat vaak de helft van de lol is. Mensen gaan ook niet noodzakelijk voetballen om daar heel erg goed in te worden, maar omdat het leuk is om samen te spelen. Ook in werk kunnen omstandigheden worden gecreëerd waarin deze behoefte beter of slechter wordt ingevuld. Sterk wisselende teams met individuele doelen werken in dit opzicht minder goed dan meer stabiele teams met heldere gezamenlijke doelen (en dit leidt ook tot hogere teamprestaties).
We kunnen in organisaties veel doen om medewerkers meer intrinsiek of juist meer extrinsiek te motiveren. Meesterschap en connectie zijn slechts twee voorbeelden van behoeften waar gericht op kan worden ingespeeld, om zo intrinsieke motivatie te stimuleren. Door specifieke ontwerpprincipes aan te houden in het organiseren van werk, wordt het werk zelf belonend. Passie is niet iets magisch dat ‘van binnen’ moet komen. Werk kan zo ingericht worden, dat passie voor het werk vanzelf ontstaat.